Weer een brief aan minister Keijzer

Minister Keijzer het is onrechtvaardig, ongeloofwaardig. We kijken uit naar de reactie op onze brief.
Facebook
Twitter
LinkedIn

Weer een brief aan minister Keijzer

Minister Keijzer het is onrechtvaardig, ongeloofwaardig. We kijken uit naar de reactie op onze brief.
Facebook
Twitter
LinkedIn

Amsterdam, 19 mei 2025

Excellentie, geachte mevrouw Keijzer,


Betreft: Huurbevriezing voor álle huurders


Algemeen
Nu op vrijdag 16 mei 2025 officieel duidelijk is geworden dat de eerder in de Voorjaarsnota
aangekondigde huurbevriezing, zoals al werd gevreesd, niet zal gelden voor sociale huurders binnen
de particuliere sector, voelt de Federatie Huurders Commerciële Sector zich genoodzaakt hierop te
reageren.

Onrechtvaardig
Dat u bewust onderscheid maakt tussen sociale huurders van woningcorporaties en die binnen de
particuliere sector, acht de Federatie niet alleen onrechtvaardig maar ook onrechtmatig. Het was
immers de regering zelf die deze huurders, mits zij over een gereguleerd huurcontract beschikken in
ieder geval van voor 1994, niet zo lang geleden nog kwalificeerde als ‘sociale huurders’.
De kern van het probleem is dat beide groepen huurders exact dezelfde kenmerken delen: een
gereguleerd huurcontract, een sociale huurprijs onder de liberalisatiegrens en veelal een laag of
middeninkomen. Het enige verschil is de identiteit van de verhuurder — en dát mag in een
rechtvaardig systeem geen grond zijn voor ongelijke behandeling. Dat is in strijd met het
gelijkheidsbeginsel dat stelt dat gelijke gevallen gelijk behandeld moeten worden.

Ongeloofwaardig
Na publicatie van de Voorjaarsnota lieten de coalitiepartijen via de media weten dat er een
huurbevriezing van twee jaar zou komen voor sociale huurders. Desgevraagd werd dit door een van
de coalitiepartijen uitdrukkelijk bevestigd als geldend voor alle sociale huurders.
Tijdens het plenaire woondebat dat kort daarna volgde, konden dezelfde partijen echter niet met
zekerheid bevestigen dat de bevriezing inderdaad voor alle sociale huurders zou gelden. Ook u hield
toen de lippen stijf op elkaar. Het werd pijnlijk duidelijk dat men bij de aankondiging was vergeten dat
er ook een grote groep sociale huurders bestaat binnen de particuliere sector. Juist deze groep, die
smacht naar huurmatiging, wordt door u in de steek gelaten.
In plaats van grootmoedigheid kiest u voor het beschermen van de economische belangen van
particuliere verhuurders. Dat maakt het regeringsbeleid opnieuw ongeloofwaardig — om het
voorzichtig uit te drukken.

De positie van sociale huurders binnen de particuliere sector
Deze situatie zegt veel over de positie van particuliere sociale huurders in het regeringsbeleid. De
Federatie constateert al langer dat deze huurders een vergeten groep vormen, waarvoor in Den Haag
nauwelijks aandacht is. Veel van hen verkeren in financiële problemen door torenhoge huren, die
jaarlijks verder stijgen — in tegenstelling tot sociale huurders bij woningcorporaties.
Hoewel deze groep een gereguleerd huurcontract heeft, is er door de koppeling aan de WOZ-waarde
geen sprake meer van een realistisch huur maximum. Hierdoor stijgen de huren jaar op jaar, zonder
dat daar kwalitatieve verbeteringen tegenover staan. Bovendien komen particuliere sociale huurders
vaak niet in aanmerking voor huurtoeslag, terwijl ze wél te maken krijgen met inkomensafhankelijke
huurverhogingen. Dit suggereert ten onrechte dat er sprake is van ‘scheefwonen’. In werkelijkheid is
het tegenovergestelde waar.
Voor veel huurders in deze groep geldt dat ze net te veel verdienen voor toeslagen, maar te weinig om
stijgende huren op te vangen. De dreiging van betaalproblemen, schulden en stress is groot. De
beoogde huurbevriezing zou voor hen geen luxe, maar noodzaak zijn.
De positie van particuliere verhuurders
Particuliere verhuurders beweren dat een huurbevriezing investeringen in nieuwbouw onmogelijk
maakt. De praktijk wijst echter uit dat deze sector hoe dan ook al nauwelijks bijdraagt aan nieuwbouw.
Zij hebben daartoe geen wettelijke plicht en hun bijdrage is beperkt tot een relatief klein segment van
de woningmarkt.

Bovendien is de financiële positie van veel particuliere verhuurders bijzonder gezond, iets dat zeker
geldt voor de institutionele beleggers onder hen.
Daarnaast profiteren particuliere verhuurders van een systeem waarin de stijgende WOZ-waarde
automatisch leidt tot hogere maximale huren. De huurder betaalt méér, terwijl de verhuurder geen
enkele verplichting heeft om te investeren of te verbeteren. Hierdoor stijgen de rendementen vrijwel
risicoloos.
Particulier verhuurders krijgen bovendien ruime toegang tot het politieke besluitvormingsproces via
lobbyorganisaties. Huurders, daarentegen, hebben geen gelijke toegang tot beleidsmakers. Deze
machtsongelijkheid vertaalt zich in beleid dat de belangen van grote beleggers vooropstelt, ten koste
van sociale rechtvaardigheid.

Gezien het bovenstaande doet de Federatie een dringend beroep op u om de huurbevriezing alsnog
te laten gelden voor alle sociale huurders, dus óók binnen de particuliere sector.
Federatie pleit voor huurbevriezing voor alle, dus ook geliberaliseerde huurders
We zouden echter geen Federatie Huurders Commerciële Sector zijn als wij er niet alsnog sterk voor
pleiten dat er ook een huurbevriezing wordt doorgevoerd die álle huurders ten goede komt, dus niet
alleen de huurders in de sociale sector, maar nadrukkelijk ook die in de geliberaliseerde huursector.
Juist deze laatste groep huurders – vaak middeninkomens die te veel verdienen voor sociale huur,
maar te weinig voor een koopwoning – bevindt zich in een uiterst kwetsbare positie. Zij betalen vaak
torenhoge huren die de afgelopen jaren structureel zijn gestegen, zonder dat daar een evenredige
verbetering van hun woonkwaliteit of woonzekerheid tegenover staat.
Een huurbevriezing voor álle huurders is noodzakelijk om verdere uitholling van de koopkracht te
voorkomen, zeker in een tijd waarin ook andere vaste lasten, zoals energie, boodschappen en
zorgkosten, fors blijven stijgen. Het blijft bovendien onacceptabel dat huurders in de vrije sector veelal
geen bescherming genieten tegen onredelijke huurverhogingen, terwijl zij in wezen net zo afhankelijk
zijn van betaalbare en stabiele huisvesting als andere huurders.

Daarnaast zou een algemene huurbevriezing bijdragen aan het temperen van de inflatie, omdat
woonlasten een aanzienlijk deel van de consumptieve uitgaven vormen. Vanuit maatschappelijk
oogpunt is het essentieel om verdere tweedeling op de woningmarkt tegen te gaan: zonder ingrijpen
dreigen de verschillen tussen huurders in de gereguleerde en geliberaliseerde sector alleen maar
groter te worden.

De Federatie benadrukt dan ook dat een inclusieve huurbevriezing niet alleen sociaal rechtvaardig is,
maar tevens economisch verstandig en maatschappelijk noodzakelijk.
De particuliere verhuurders zullen hier niet aan ten onder gaan; hoogstens zullen de winstmarges wat
minder royaal zijn. Dat is een kleine prijs om te betalen voor de woonzekerheid van honderdduizenden
huishoudens. Compensatie vanuit de overheid achten wij dan ook volstrekt onnodig.
Wij zien uit naar uw reactie.

Met hoogachting,

Namens de Federatie Huurders Commerciële Sector,
G. van der Pluijm, voorzitter

Wachtwoord Instellen